Het verhaal van Kolam
Er was eens... in India
Neem jezelf in gedachte eens mee naar Zuid-India.
Het is daar groener en heuvelachtiger dan in andere delen. In de dichte oerwouden waar de spelende apen, kleurrijke vlinders en vogels, kolossale olifanten en glibberige slangen wonen. Daartussen vind je de grote steden, kleine authentieke dorpjes en eeuwen oude tempels; sommige nog in gebruik, andere mysterieus overwoekerd.
In de vroege frisse ochtend, in de dauw vlak voor zonsopgang, hoor je in de dorpen stilletjes deuren van huizen open gaan. Het zijn de vrouwen des huizes die op hun slippers beginnen met de vloeren voor de deur te vegen. Zodat alle afdrukken en overblijfselen van de dag ervoor en de nachtdieren weg zijn.
Dan richt zij zich in stilte naar het Oosten. Misschien in gebed, misschien in diepe stilte en eerbied voor de dag die elk moment kan aanbreken in de kracht van de opgaande zon.
Ze start haar yoga-asana/reeks om haar lichaam en mind voor te bereiden voor de Kolam.
Stil, open, ruim, volledig aanwezig en met een bakje zand, rijstmeel of krijt in haar hand, is ze er klaar voor. Ze buigt en de Kolam voor die dag kan voor het huis worden gecreëerd.
Zij heeft haar werk gedaan en keert terug naar binnen. Het dorp of de stad wordt langzaam wakker. Mensen gaan naar hun werk. Kinderen gaan naar school. Maar de dag-energie is gezet. De onzichtbare intenties, gebeden, hoop en wensen voor haar familie en omgeving zijn vanuit haar hart geland in de prachtigste geometrische vormen op de stoffige aarde.
Het bovenstaande verhaal is de werkelijk authentieke traditie van de Zuid-Indiase (meestal) vrouwen tot op de dag van vandaag. Deze kennis wordt veelal doorgeven van moeder op dochter.





